Learning Dutch — 2 (singular/plural)
- If a noun has two vowels in the singularis, one of the vowels is removed in the pluralis:
boot > boten / school > scholen - If the end of a noun only has one vowel and it is followed by only one consonant, it needs an extra consonant in the pluralis:
bal > ballen / mat > matten / pot > potten
- An exception to rule 2 is when there is a mix of vowels. In this case there is no extra consonant:
boek > boeken / wiel > wielen
Ik heb een boek > Ik heb twee boeken
Ik heb een docent > Ik heb twee|docenten|
Ik heb een tafel > Ik heb twee tafels
Ik heb een voornaam > Ik heb twee voornamen
Ik heb een maand > Ik heb twee|maanden|
Ik heb een zus > Ik heb twee|zussen|
Ik heb een computer > Ik heb twee computers
Ik heb een schoen > Ik heb twee schoenen
Ik heb een kopje > Ik heb twee|kopjes|
Ik heb een buurman > Ik heb twee buurmannen
Ik heb een tomaat > Ik heb twee tomaten
Ik heb een lamp > Ik heb twee|lampen|
Ik heb een appel > Ik heb twee|appels|
Ik heb een pen > Ik heb twee pennen
Ik heb een boot > Ik heb twee boten
Ik heb een bal > Ik heb twee ballen
Ik heb een koffieautomaat > Ik heb twee koffieautomaten
Ik heb een probleem > Ik heb twee problemen
Ik heb een jas > Ik heb twee jassen
Ik heb een noot > Ik heb twee noten
Ik heb een kamer > Ik heb twee|kamers|
Ik heb een deur > Ik heb twee deuren
Ik heb een biertje > Ik heb twee biertjes
Ik heb een kantine > Ik heb twee kantines
Ik heb een ding > Ik heb twee dingen
Ik heb een boom > Ik heb twee bomen
Ik heb een kind > Ik heb twee kinderen
Ik heb een paraplu > Ik heb twee|paraplu’s|
Ik heb een euro > Ik heb twee euro
Ik heb een oma > Ik heb twee oma’s
Ik heb een film > Ik heb twee films
Ik heb een auto > Ik heb twee|auto’s|
Ik heb een kilo > Ik heb twee kilo
Ik heb een station > Ik heb twee stations